Opinie in het AD
“Eenzaamheid is de grootste ziekte die er is. Omdat je zo wordt buitengesloten. En dan durf je geen hulp te vragen. Zonder hulp, komen mensen niet uit hun kwetsbare situatie. En dan worden ze kwetsbaar. Maar ik geloof niet dat mensen kwetsbaar zíjn. Wel denk ik dat mensen in kwetsbare situaties terecht kunnen komen. Maar daar kun je uitkomen door hulp te krijgen. En als dat niet kan, houdt het op.
En vergis je niet: als je ineen bubbel leeft, ben je ook eenzaam. Want je kunt geen hulp krijgen van buiten je bubbel. Dat zie je nu vaak gebeuren in Marokkaanse en Turkse gemeenschappen. Het zijn vaak hechte gemeenschappen, maar als hulp van daarbuiten nodig is, staat iemand alleen. Maar we zien dit ook bij andere groepen zoals universitair geschoolden. Het is toch belachelijk dat we nu zoveel kansen hebben om te studeren en toch de verbinding met elkaar verliezen? Daarom moeten we ontbubbelen.
We kunnen niet ontbubbelen als we al buitengesloten zijn van (andere) bubbels. En dit probleem is al helemaal niet op te lossen door pleisters te plakken, zoals nu gebeurt. Een preventieve en diepere aanpak is nodig. Zo moeten we meer verbindingen leggen tussen bubbels: mensen onderling, mensen en hun wijk en mensen in kwetsbare situaties en mensen die het op dat moment wél redden. En daarmee moeten we vroeg beginnen. Jantje was al vanaf kinds af aan de beste vriend van mijn zoon, die een Marokkaanse achtergrond heeft. Beide leven nu in verschillende bubbels en hebben ook contact met andere bubbels. Daarom verbindt de ParticipatieKeuken kinderen en hun ouders tussen verschillende wijken met de Kinder Keuken. Daarbij zien we deze kinderen en ouders letterlijk uit hun bubbel stappen.Terwijl Willem en Ahmed elkaar eerst niet kenden, hebben ze na samen gekookt te hebben, opeens persoonlijk contact. Ook de ouders.
Laten we deze verbinding doortrekken naar heel de regio Den Haag. Het liefst wil ik dat we beginnen met de jongerenwerkers. Nu bepaalt de migratie-achtergrond van een jongere te vaak diezelfde migratie-achtergrond van de jongerenwerker waarvoor de jongere zich open wil en kan stellen. Laten we dat veranderen. Natuurlijk kan een jongerenwerker met dezelfde achtergrond als de jongere goed het eerste contact maken. Maar daarna kan hij of zij de jongere voorstellen aan een jongerenwerker van een andere achtergrond, bijvoorbeeld uit een andere wijk. Als jongerenwerkers uit bepaalde wijken met elkaar gaan wisselen, ontbubbelen we niet alleen de jongerenwerkers, maar ook de jongeren en hun ouders.
Ik wil dat mijn kinderen opgroeien in een samenleving waar niet je opleiding of migratie-achtergrond bepaalt in welke bubbel je leeft. Laten we daarom allen, in deze Week tegen Eenzaamheid, ontbubbelen. We kunnen samen één grote bubbel maken waarin iedereen welkom is.”