Marius Wawzyzniak (1973)

Keukenhulp

‘Deze plek is beter dan perfect’

Rond de millenniumwisseling kwam Marius naar Nederland. ,,We hadden ’s avonds besloten te gaan en de volgende ochtend zat ik met twee collega’s in de auto. Het was de bedoeling om hier twee à drie maanden te blijven. Niet om geld te verdienen. Ik was vooral benieuwd hoe het hier was.”Marius liep tegen een goedbetaalde baan aan. Het was de tijd dat mensen nog een oogje dichtknepen als het ging om illegale arbeid van Polen. ,,Ik werkte in Hoek van Holland en Maasdijk op een veld van 120 hectare: de ene keer sperziebonen, dan weer spruiten. Het was niet gemakkelijk werk, maar het was nieuw voor mij. Daarna werkte ik veertien jaar in de kas. In het Westland.” Pas in 2005 kon hij hier legaal wonen en te werken. Hij vond een vrouw en kreeg twee kinderen.Drie jaar geleden ging het mis toen zijn partner hem uit huis zette en niet zei waarom. De kinderen bleven bij haar achter. ,,Mijn leven was helemaal kapot. Ik ben op straat beland. Letterlijk.” Een tijdlang sliep Marius op de bank bij collega’s, maar ineens was hij het zat. In de zomer van 2022 was dat. ,,Ik pakte een rugzak en ging slapen in een tent. Dat was een prachtige tijd. De mooiste tijd.”GekkenhuisDe camping was heerlijk, tot de eigenaar zei: ,,Je bent de enige met een tent. De mensen kijken naar jou en wat je doet.” Marius wist genoeg. Hij vertrok. De volgende stap was wildkamperen op een mooie plek in de omgeving. ,,Daar was ik tot september. Tot de handhaving kwam en zei: ‘Sorry, je mag niet wildkamperen.’”In Delft wat het studiejaar net begonnen. ,,Het was een gekkenhuis. Bij een studentenhuis zag ik jongens op het balkon. Ik heb gevraagd of ik mijn tentje achter het huis mocht opbouwen.” Dat ging een paar dagen goed. Tot het zo’n dolle boel werd dat er flessen uit het raam werden gegooid. Tijd om te vertrekken. Het laatste station was een plek tegenover zijn oude werk in het Westland. ,,Ik zag elke dag de bus aan de overkant van de sloot. Niemand mocht mij zien, maar ik zag hen wel.”Hij was helemaal op. Helemaal van de wereld. Soms ging hij naar Den Haag om wat klusjes te doen. Bij de Participatiekeuken kreeg hij te eten. De ommekeer kwam de dag voor Kerst. ,,Ik zag een man voor de deur schuiven met grote stenen potten.” Marius bood aan om te helpen. Dat mocht. Het was zijn eerste contact met de initiatiefnemer van de Participatiekeuken: Ben Lachhab. Die noteerde zijn telefoonnummer en in het nieuwe jaar was hij welkom voor vrijwilligerswerk. ,,Ik was zo blij. Echt blij.”DroomHet was het begin van veel veranderingen, ook al vroeg hij niet om hulp. ,,Ik ben eigenwijs.” Maar Ben spoorde hem aan zijn zaakjes te regelen. De officiële registratie als dakloze en een uitkering volgden. ,,In maart vroeg Ben ineens: ‘Ga je mee naar jouw huis?’ Ik snapte er niets van.” Iemand bleek een woning te hebben geregeld. Na drie jaar slaapt hij weer in een bed. Zijn eigen bed! ,,Een grote stap vooruit.” Nu is er ruimte voor de droom van een antiekwinkel, want daar ligt zijn hart: oude meubels opknappen. Spullen inkopen, renoveren en weer verkopen.De Participatiekeuken mag van Marius nog wel tien keer meer bekendheid krijgen. ,,Veel mensen kennen deze plek niet. Je kunt meer hulp krijgen dan alleen eten van deze keuken. De mensen hier voelen als familie voor mij. Ik ben zo blij dat ik hier terecht ben gekomen.” Het begon met schoonmaakwerk. Werken in de keuken. Helpen in de tuin. Ook nu hij zijn leven gaat opbouwen, blijft hij komen. ,,Ik probeer hier elke dag te zijn. Je mag je eigen ideeën realiseren. Als je een ideehebt, dan zeggen ze: ‘Doe maar.’ En als het niet lukt: prima. Dan ga je door naar plan B. Je kunt hier jezelf zijn, maar dan samen. Deze plek is beter dan perfect.”

Wil je ook
vrijwilliger worden?

Ben je geinspireerd door dit verhaal en wil je ook vrijwilliger worden? Meld je aan via het formulier en we zien je snel!