‘Je weet niet wat je krijgt om mee te koken’
Van huis uit is Leen Verheij loodgieter. Hij werkte ook in een slachthuis, hij reed in een heftruck en zat in de kassenbouw. Daar verloor hij het topje van zijn wijsvinger. Hij zet zijn vinger aan zijn neus zodat het lijkt of zijn vinger in zijn neusgat verdwijnt en lacht. ,,Ik maak er meestal maar een grapje over.”
Volledige werkweken draaien zit er niet meer in. Dat ligt niet aan die vinger maar aan de rest van zijn lijf. ,,Ik ben versleten: van mijn enkels tot aan mijn schouders. Ik heb altijd te hard gewerkt. Veel te veel. Nooit minder dan 80 uur per week.”Sinds een jaar of zes staat Leen in de keuken, de laatste jaren is hij een vast gezicht bij de Participatiekeuken. ,,In het begin kookten we alleen op locatie. In de coronatijd is dit pand verbouwd. Een waardeloze tijd was dat. We hebben veel te lang thuis moeten zitten.
Nu kook ik hier drie dagen per week. Officieel mogen vrijwilligers maximaal twintig uur werken, anders neem je iemands baan in.”
Makkie
Het werk is heel anders dan in een restaurant, weet Leen. Een kok in een restaurant bestelt en zoekt uit, bij de Participatiekeuken is het improviseren. ,,Je kookt uit de koelkast. Dat moet je wel kunnen. Je weet niet wat je krijgt om mee te koken, dus je kunt niet al een week ervoor zeggen wat gasten te eten krijgen.
Gelukkig heb ik Alex om op terug te vallen als ik het even niet zie.” Alex de Groot is chef digitaal én chef in de keuken. ,,Als we grotere partijen hebben, zoals een diner op het strand voor 500 personen, dan regelt Alex de recepten. ”Het werk in de ruime, nieuwe keuken bij de Participatiekeuken loopt goed. Alle apparatuur en kookbenodigdheden zijn voorhanden: van gigantische soeppannen waar je 50 liter soep in kunt maken tot enorme werkbanken om ingrediënten voor te bereiden. Het wordt steeds professioneler en dat vindt Leen alleen maar goed. ,,We krijgen binnenkort ook een snijmachine, dus kom maar door.” Dat betekent dat het snijden van groenten een makkie wordt. ,,Ik wil niet alles met die machine gaan doen, maar voor het raspen en snijden van dunne plakjes is het heel handig. En julienne snijden, van die smalle reepjes. Dat is veel werk. Net als uitjes snipperen: dan ben je wel even zoet.”
Tomaten
Het liefst werkt Leen lekker zelfstandig. Leiding geven in de keuken, recepten verzinnen. Het zou mooi zijn als hij een keer zijn specialiteit kon maken. Hij beschrijft in geuren en kleuren hoe hij de saus maakt die perfect past bij pappardelle of tagliatelle. Riblap bakken in de olijfolie en boter. Vlees eruit, uitjes en knoflook erbij en tomatenpuree meebakken om het te ontzuren. Gezeefde tomaten erbij en Italiaanse kruiden en dan in de oven. ,,Echt lekker.” Helaas is dat gerecht nu boven het budget. ,,We kunnen ook niet alles maken, omdat we rekening houden met gasten die vanwege hun geloof niet alles eten.” Kip en vegetarisch is voor de meeste gasten geschikt.Variatie genoeg, met alle groenten die beschikbaar zijn. Is er veel paprika, dan maakt Leen kip met paprika. ,,Met zilvervliesrijst en courgette. De vegetariërs krijgen een wokschotel met veel groenten. Met vooraf bijvoorbeeld witlofsoep. Ik loop altijd even de koelkast in om te zien wat ik heb.” En als er bijvoorbeeld paprika’s in overvloed zijn, dan maakt Leen grote hoeveelheden soep. ,,Vanochtend heb ik drie grote pannen gemaakt. We leveren ook aan de Soepbus.”